Sluit een netwerkcontactdoos aan: klaar voor de digitale toekomst
Gebouwsysteemtechniek en domotica zijn trendsettende technologieën. Als je vooruitziend denkt, moet je bedenken hoeveel internetverbindingen je in elke kamer nodig hebt. Velen zullen nu denken: waarom is LAN-bekabeling nog steeds nodig in het tijdperk van WLAN? Het voordeel zit hem duidelijk in de beveiliging. Omdat WLAN nog grote veiligheidslekken heeft en slechts een beperkt bereik en signaalsterkte heeft in gesloten ruimtes.

LAN-bekabeling moet vanaf de netwerkingang in stervorm naar alle kamers leiden. Wie op hoge snelheden vertrouwt, moet een CAT-7-kabel gebruiken die geschikt is voor maximaal 10 gigabyte. Deze LAN-kabel heeft meestal vier getwiste paren strengen met een afscherming en is weer afgeschermd met een draadgaas onder de mantel.

De netwerkcontactdozen zijn universele netwerkcontactdozen voor zowel inbouw als opbouw. Omdat netwerkcontactdozen veel ruimte in beslag nemen, zijn er voor de installatie extra diepe inbouwdozen. Let er bij het installeren van datakabels op dat ze niet samen met de elektrische installatie worden gelegd. Bovendien mogen inbouwdozen voor netwerkmontage niet in combinatie met inbouwdozen worden geïnstalleerd.
Sluit netwerkcontactdoos aan
Verwijder bij het plaatsen van een nieuwe netwerksokkel eerst de afdekking, eventueel ook het frame van de netwerksokkel, en draai de trekontlastingsschroef los. Vervolgens isoleer je de LAN-kabel heel voorzichtig vier centimeter door de isolatie in te snijden en er met een mes af te trekken. Let op: de afscherming en de draden mogen niet beschadigd zijn! De blootliggende gevlochten afscherming van de LAN-kabel wordt teruggetrokken over de kabel en vervolgens wordt de afscherming van de aderparen voorzichtig verwijderd.
Een LAN-kabel heeft vier getwiste aderparen:
- Blauw / wit + blauw
- Oranje / wit + oranje
- Groen / wit + groen
- Bruin / wit + bruin
Deze worden nu toegewezen aan de respectievelijke nummers van de aansluitdoos. Houd er rekening mee dat er twee standaarden zijn voor het aansluiten van netwerkaansluitingen:
- TIA 568 EEN
- TIA 568 B

De TIA 568 B-standaard wordt voornamelijk gebruikt bij het aansluiten van nieuwe netwerkaansluitingen. Het enige verschil tussen deze twee verbindingstypen is de verbinding van de aderparen oranje / wit en groen / wit. Alle aderparen worden hetzelfde toegepast.
Voor het aansluiten van de losse aders heb je een zogenaamde lay-on of lay-on tool nodig, omdat de aders te fijn zijn en de aansluitingen te klein.
De draden worden als volgt in de netwerkbus aangesloten:
standaard- | T568A | T568B |
---|---|---|
Pin 1 | Groen Wit | Oranje / wit |
Pin 2 | groen | oranje |
Pin 3 | Oranje / wit | Groen Wit |
Pin 4 | blauw | blauw |
Pin 5 | Blauw Wit | Blauw Wit |
Pin 6 | oranje | groen |
Pin 7 | Bruin wit | Bruin wit |
Speld 8 | bruin | bruin |

Nadat de netwerkkabel is aangesloten, wordt de LAN-kabel in de klem van de trekontlasting geschoven. De omgeslagen vlecht over de kabelmantel moet in contact zijn met de trekontlasting en stevig vastzitten voordat de trekontlastingsklem wordt vastgedraaid. De netwerkcontactdoos wordt dan alleen in de inbouwdoos geschoven en met de bevestigingsschroeven bevestigd. Vervolgens wordt de blikafdekking gemonteerd.