De juiste onderconstructie voor de vloerbedekking
Voor een duurzame en vlekkeloze vloer is niet alleen de keuze van de topbekleding doorslaggevend. Ook de onderbouw speelt een belangrijke rol. Als er gebreken zijn zoals scheuren of verzakkingen, heeft dit ook een negatief effect op de vloerbedekking. Een gebrek aan geluids- en warmte-isolatie vermindert ook de functionaliteit. De onderconstructie voor een vloer wordt op het kale plafond geplaatst, tegenwoordig worden vaak dekvloeren gebruikt. Ook voor houten balkenplafonds zijn andere constructies denkbaar. Als er een verdieping wordt gerenoveerd in een oud gebouw, moet er veel aandacht worden besteed aan de nieuwbouw.
Structuur van laminaatvloeren, Marcus Kretschmar, fotolia.comAfwerkvloerconstructies
Als onderconstructie van de vloer tussen het ruwe plafond en de oppervlaktebekleding hebben dekvloeren in verschillende uitvoeringen de hoogste prioriteit. De dekvloer bestaat uit een mengsel van bindmiddel, zand of grind als toeslagmateriaal en water. Indien nodig kunnen additieven voor bepaalde eigenschappen worden toegevoegd. Enerzijds worden dekvloeren ingedeeld volgens het type bindmiddel:
- Cementdekvloer (CT)
- Calciumsulfaat dekvloer (CE)
- Gietasfalt dekvloer (AS)
- Magnesia Line (MA)
- Kunsthars dekvloer (SR)
De klassieke cementdekvloer wordt voornamelijk gebruikt in de woningbouw. Magnesia-dekvloer is zeer geschikt als dekvloer op houten balkenplafonds. Een ander criterium dat veel voorkomende soorten dekvloer onderscheidt, is het type productie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen op de bouwplaats gemengde dekvloer, zelfnivellerende vloeiende dekvloer en geprefabriceerde prefab dekvloer. Tenslotte zijn er ook nog diverse constructies waarmee de chape op de onafgewerkte vloer wordt gebouwd:
- In de meest voorkomende ruimtes wordt de dekvloer zwevend gelegd. Tussen het ruwe plafond en de chape wordt een isolatielaag met een tussenliggende scheidingslaag aangebracht. De dekvloerplaat kan vrij bewegen en heeft geen contact met de ondergrond of stijgende componenten. Anders ontstaan er ongewenste geluids- en koudebruggen.
- Als speciale vorm van zwevende dekvloer wordt vloerverwarming direct of onder de dekvloerlaag in verwarmde dekvloeren ingebouwd. Watervoerende of elektrische vloerverwarming is mogelijk.
- Schuifdekvloer wordt op een scheidingslaag gebouwd en wordt overal toegepast waar contactgeluid of thermische isolatie niet nodig is, bijvoorbeeld in de kelder. De scheidingslaag dient enerzijds voor "bewegingsvrijheid" en anderzijds als afdichting tegen vocht van onderen. Voor een betere duurzaamheid van de scheidingslaag is deze meestal gemaakt van twee lagen. Randverbindingen in de vorm van randstroken op oplopende bouwdelen dienen bij het aanbrengen van de natte of vloeiende dekvloer tegen positieveranderingen te worden beveiligd en deze moeten tot maximaal 5 mm gecomprimeerd kunnen worden.
- Indien er hoge eisen worden gesteld aan het draagvermogen en aan hechtende ondergronden kan een verlijmde chape worden aangebracht. Ook dit type dekvloer heeft geen extra isolatie nodig en is direct verbonden met het ruwe plafond. Om ervoor te zorgen dat de afgewerkte chape geen scheuren of vervormingen vertoont, is het erg belangrijk om de eigenschappen af te stemmen op de ondergrond. Hiervoor wordt een nat-in-nat installatie aanbevolen. Als installatiekabels direct op het ruwe plafond lopen, moet een egalisatielaag tussen het plafond en de chape worden aangebracht.
Vloerconstructie in droge constructie
Droge dekvloeren worden vaak gebruikt bij renovaties en in het algemeen als het gaat om het bouwen van vloeren op houten balkenplafonds. Het grote voordeel van deze constructie: er wordt geen vocht in de constructie gebracht en er zijn geen droogtijden. Vooral bij oude gebouwen scoort het lage gewicht van de materialen punten, maar gaat dit ten koste van een minder goede geluidsisolatie.
Droge dekvloer werkt goed voor de onderconstructie van de meeste vloerbedekkingenZo is de volgende opbouw denkbaar bij vloerrenovatie in oude gebouwen met droge dekvloer:
- Egaliserend opvullen op de bestaande vloer of een bestaande bekisting
- Lastverdelende drukvaste isolatiepanelen
- Droge dekvloerelementen z. B. gemaakt van gipsvezel of gipsplaat
Voor de taluds is het van belang dat ze als gebonden taluds worden gebruikt en dat ze niet kunnen verschuiven of samendrukken. Bij keramische vloerbedekkingen kunnen tegengesteld draaiende of verende bewegingen spanningsscheuren veroorzaken; kleine formaten lopen minder risico. Droge dekvloerpanelen gemaakt van op hout gebaseerde materialen profiteren van extra ontkoppeling.
Tip: Voor een betere geluidsisolatie kunnen gietstenen platen of natuursteenplaten ook als droge dekvloer worden gebruikt. Door het hoge gewicht is echter een statische beoordeling en indien nodig een nieuwe maatvoering van het bestaande plafond noodzakelijk.Onderconstructie op houten balkenplafond
In het renovatiegebied, maar ook bij nieuwbouw, zijn er in sommige gevallen houten balkenplafonds. Op deze constructies kan in principe elk type vloer worden gebouwd. Voor een goede geluidsisolatie is het belangrijk om massa te creëren. Dit wordt bereikt door tussen de naar beneden verbonden spijlen te vullen. De opbouw naar boven kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden met een volledig verlijmde betonplaat op bekisting, waarop een zwevende dekvloer wordt gelegd, aangezien deze constructie een sterk verbeterde geluidsbescherming biedt. We spreken hier ook van plooibare schelpen. Het nadeel van deze constructie is een zeer hoge vloeropbouw, waar vooral bij renovaties van te voren rekening mee gehouden moet worden.
Tip: vind vloerleggers in uw regio en ontvang aanbiedingen. Bespaar tot 30% door aanbiedingen te vergelijken. Informeer nu geheel vrijblijvend.Contactgeluidsisolatie onder vloerbedekkingen
Geluidsisolatie door contactgeluidsisolatieBij elke stap en bij elke vloerbeweging wordt geluid gegenereerd, dat als structuurgeluid via de componenten wordt overgedragen. Het resulterende geluid klinkt op harde oppervlakken harder dan op zachte vloeren. Om de geluidsspreiding zo laag mogelijk te houden, wordt onder de vloerbedekking contactgeluidisolatie aangebracht.
Contactgeluidsisolatie is ontworpen © tl6781, fotolia.comDit bestaat uit zachte vezelplaten, schuimfolies of polystyreenplaten. Hierdoor wordt de bovenste verdieping gescheiden van het ruwe plafond of de dragende onderconstructie. Complete vloerconstructies, zoals een zwevende dekvloer, dienen eveneens ter bescherming tegen contactgeluid. De dekvloerplaat heeft geen contact met andere componenten en is daarom akoestisch ontkoppeld.
Afdichtingen en scheidingslagen
Afdichtingen voorkomen het binnendringen of binnendringen van water door een onderdeel. Als materiaal worden coatings, platen, folies of speciale afdichtingsprofielen gebruikt. Ze voorkomen ook het binnendringen van lucht en dus koudebruggen of structurele schade. Een feilloze afdichting is bijzonder belangrijk, volgens experts veroorzaken defecten op dit gebied de meeste defecten in de bouwsector.
Het type afdichting is afhankelijk van de spanning. De eisen voor de afdichting zijn geregeld in verschillende vochtblootstellingsklassen. In afstemming met ondergrond, spanning en ondergrond worden de volgende afdichtingsmaterialen gebruikt:
- Stijve en halfharde afdichtingen
- Synthetische harsdispersies
- Acrylaat-dispersies
- PVC waterdichtingsmembranen
- Bitumineuze emulsies
- Bitumineuze lasplaten
- Asfaltmastiek
- EPDM-membranen
In verband met keramische bekledingen worden soms samengestelde afdichtingen gebruikt. De tegels of platen worden rechtstreeks in de waterdichting gelegd. Er zijn drie fundamenteel verschillende materiaalgroepen:
- Elastische polymeerdispersies zijn bijzonder geschikt om scheuren te overbruggen. Het kan op alle oppervlakken worden gebruikt behalve gipspleister en hout.
- Kunststof-mortelcombinaties die minder scheuren kunnen overbruggen zijn geschikt voor alle ondergronden, zowel binnen als buiten.
- Reactieharsafdichtingen van kunstharsen worden samen met een lijm als lijmverbinding gebruikt. Ze zijn veerkrachtig en bestand tegen chemicaliën.
Nivellering van lagen
Vloerbedekkingen moeten op vlakke ondergronden worden gelegd. Dit geldt ook voor de plafondbekleding, zoals de verschillende dekvloeren. Egalisatielagen worden gebruikt om een egaal werkoppervlak te creëren. Deze kunnen in principe in drie vormen worden geïmplementeerd:
- Egaliseren van dekvloeren als hechtdekvloeren
- Losse vergoedingen
- Gebonden egalisatietoelagen
Vullingen bestaan uit los materiaal met specifieke eigenschappen. De korrels bestaan vaak uit geëxpandeerde leisteen of perliet, en ook wordt schuimglas als vulling gebruikt.
- Gebonden vullingen worden voorzien van bindmiddelen en uitgesmeerd op de ondergrond. Na het drogen ontstaat er een harde laag die niet meer van positie verandert.
- Opgesloten taluds bestaan uit kartonnen karren die gevuld zijn met zand. Een druppelbeschermingssysteem onder de vulling zorgt voor dichtheid en voorkomt dat het materiaal de onderkant van het plafond binnendringt.
- Losse vullingen zijn niet meer toegestaan.