De relatie met de eigen ouders is heel bijzonder - en in het beste geval intiem, liefdevol en zorgzaam. Als de ouders zorg nodig hebben, moeten de kinderen hen misschien financieel helpen. In dit artikel wordt uitgelegd hoe ouderlijke ondersteuning nu is geregeld en of u deze moet betalen.
Nieuwe voorwaarden voor ouderlijk onderhoud sinds januari 2020
Mensen die zorg nodig hebben, krijgen meestal een uitkering van een sociale verzekering voor langdurige zorg. Omdat hiermee niet alle kosten zijn gedekt die bij zorgbehoefte ontstaan, moeten getroffenen vaak een zeer hoge eigen bijdrage betalen. Zeker als de zorgbehoevende in een verpleeghuis moet worden verzorgd. Het pensioen of het spaargeld zijn zelden voldoende om alle kosten zelf te kunnen dragen. In dergelijke gevallen moeten bestaande kinderen ervoor betalen.
In principe zijn kinderen wettelijk verplicht om in het levensonderhoud van hun ouders te voorzien, net zoals de ouders deden - of in ieder geval hadden moeten doen - toen de kinderen klein waren. De verplichting geldt echter alleen binnen de financiële mogelijkheden. Niemand mag een sociaal ongeval worden vanwege de betaling van ouderlijke ondersteuning. Vóór de invoering van de Wet op de opvang van familieleden kon het verzoek om ouderbijstand te betalen aanzienlijke financiële verliezen voor de kinderen betekenen. Vanaf januari 2020 zijn alleen kinderen met een bruto jaarinkomen van meer dan 100.000 euro afhankelijk van hun ouders.
Als ouders verhuizen naar een verpleeghuis, wordt de onderhoudsplicht van het kind gecontroleerd of er alleen een klein pensioen is |
Wanneer moeten ouders worden betaald?
Of een kind voor zijn ouders moet betalen, hangt af van een aantal factoren. Allereerst moeten de behoeften van de ouder die in een verpleeghuis verbleef of thuis wordt verzorgd, worden berekend. In het geval van ambulante zorg bedraagt de behoefte van een zorgbehoevende die geen betaald werk heeft ongeveer 880 euro per maand. Als de zorgbehoevende in een verpleeghuis woont, maken ook de redelijke kosten deel uit van de behoefte. Ook hier wordt zakgeld van rond de 114 euro uitgereikt.
Een andere factor is de behoeftigheid van de ouder om voor te zorgen. In principe wordt het vermogen of het eigen inkomen (bijv. Pensioen) eerst gebruikt. Zolang de zorgbehoevende zelf de kosten uit deze fondsen kan dekken, bestaat er geen aanspraak op ouderlijk onderhoud. Als de kosten echter niet zelfstandig kunnen worden gedekt, neemt de sociale dienst eerst de betalingsverplichting op zich en start tegelijkertijd een evaluatie van de prestaties van bestaande kinderen.
Als het ouderschapsalimentatie moet worden betaald, maar |
Bij het controleren van hun prestaties moeten de kinderen hun inkomen en vermogen vermelden. Als u zelf alimentatieclaims of -verplichtingen heeft, wordt hiermee rekening gehouden. Afhankelijk van de uitslag van de test moeten de kinderen dan een deel van de kosten betalen in de vorm van ouderlijke ondersteuning of zijn ze vrijgesteld van bijkomende kosten, afhankelijk van de financiële mogelijkheden. Wel kan om de twee jaar een nieuwe test worden uitgevoerd door de sociale dienst.
Als uit het onderzoek blijkt dat het kind niet productief is of geen |
Tip: Kinderen mogen geen kostenverklaring ondertekenen vanuit het verpleeghuis. Anders bent u eraan gebonden, ook als uw financiële situatie verslechtert.
De Relatives Relief Act
Afhankelijke familieleden van wie de ouders sociale bijstand ontvangen, hoeven vanaf 1 januari 2020 geen ouderlijk onderhoud te betalen totdat hun bruto-inkomen minimaal 100.000 euro per jaar bedraagt. Dit is in augustus 2019 besloten. Deze inkomensgrens bestond eerder, maar gold alleen voor kinderen van wie de ouders begunstigden zijn van SGB XII, hoofdstuk 4. Met de Hulpwet nabestaanden geldt dit nu voor de gehele SGB XII. Bovendien verbetert de nieuwe wet de situatie van familieleden die voor kinderen met een wettelijke leeftijd met een handicap zorgen. Doordat de Wet op de nabestaanden pas op 1 januari 2020 in werking treedt en geen afspraken met terugwerkende kracht bevat, krijgen kinderen op wie deze regeling nu van toepassing is, geen reeds terugbetaalde ouderlijke ondersteuning.Ook het berekende alimentatie moet doorbetaald worden tot en met december 2019.
Ouderlijke ondersteuning: het proces
Als een zorgbehoevende ouder in een verpleeghuis woont en daar niet alle kosten uit het inkomen, eventueel bestaand vermogen of aanvullende verpleegverzekering kunnen worden betaald, dient het verpleeghuis een aanvraag in bij het OCMW voor de vergoeding van de ongedekte woonkosten. Deze controleert nu of de bijstand kan worden goedgekeurd. Als dit het geval is, wordt een goedkeuringsmelding afgegeven en wordt het dossier doorgestuurd naar de onderhoudsautoriteit. De onderhoudsinstantie heeft nu de taak om na te gaan of er kinderen ten laste zijn en deze te schrijven. Onderdeel van deze brief is altijd de zogenaamde juridische mededeling. Met de wettelijke kennisgeving wordt het kind geïnformeerd dat ouderlijke ondersteuning nu vereist is. Het kind moet nu een informatieblad invullen waarin geen vragen over individuele gegevens staan.Dit omvat bijvoorbeeld uitgaven voor:
- Ziekten
- baan
- kinderen
Dit betekent op zijn beurt dat het kind dergelijke verplichtingen apart moet melden, zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij de berekening van de ouderlijke ondersteuning. Vanaf januari 2020 wordt het iets makkelijker, omdat de noodhulpwet inhoudt dat alleen kinderen met een bruto jaarinkomen van minimaal 100.000 euro afhankelijk zijn van hun ouders.
Als de zorgkosten noch door het pensioen noch door het bruto jaarinkomen van de kinderen kunnen worden gedekt, betaalt de sociale dienst.
Verbeurdverklaring van ouderlijke ondersteuning
In het verleden zijn er tal van gevallen geweest waarin kinderen ondersteuning moesten bieden, terwijl er lange tijd geen contact was met hun ouders. Volwassenen die door hun ouders werden geslagen, verwaarloosd of zelfs als kind naar een huis werden gestuurd, werden plotseling geconfronteerd met het opnieuw moeten aanpassen van hun leven aan hun ouders, aangezien het betalen van ouderlijke ondersteuning automatisch gepaard gaat met een verslechtering van hun eigen financiële situatie. Er volgden talloze rechtszaken, waarvan de uitkomst op zijn minst een globaal beeld gaf van wanneer ouders hun claim verbeurden.
Allereerst moet er door de ouders ernstig "verwijtbaar" wangedrag zijn jegens de voormalige afdelingen. Het wangedrag moet grove nalatigheid of opzettelijk zijn om verwijtbaar te zijn. Denk hierbij aan kindermishandeling, een grove schending van de onderhoudsplicht jegens het kind of zelfs verblijf in een tehuis als dat niet nodig was door een ernstige ziekte van de ouders en een gebrek aan alternatieve zorg. In deze gevallen oordelen de rechtbanken meestal op een zodanige manier dat de onderhoudsverplichting van het kind jegens zijn ouders ongeldig wordt verklaard. De ouders hebben hun recht op ouderlijk alimentatie verbeurd (vgl. OLG Oldenburg, beslissing van 4 januari 2017, dossiernummer 4 UF 166 /).
Alleen ruzie tussen ouders en kinderen is echter niet voldoende. Als een kind onterfd is, er geen contact meer is of alimentatie om financiële redenen niet kan worden betaald, blijft de verplichting om ouderlijk alimentatie te bieden van kracht (zie BGH, arrest van 12 februari 2014, dossiernummer XII ZB 607/12).
Tip: de rechtbank beslist alleen over een mogelijke verbeurdverklaring. Om deze reden heeft ook hier het kind de bewijslast. Het is raadzaam om dit aan een advocaat toe te vertrouwen, omdat hij weet welke bewijzen nodig zijn voor het verwijtbare gedrag. Zo zijn documenten van de dienst jeugdzorg, gerechtelijke documenten, medische rapporten over misbruik, handhavingspogingen met betrekking tot alimentatie en soortgelijke documenten behulpzaam. De rechtbank kan ook getuigen oproepen die kunnen rapporteren over het verwijtbare wangedrag van de ouder destijds.
De prijscategorie van het verpleeg- of bejaardenhuis
De prijscategorie van de gekozen woning is zeer bepalend voor de vraag of er ouderlijke ondersteuning moet worden betaald. De sociale dienst gaat eerst na of inkomen en vermogen, een eventuele bestaande aanvullende zorgverzekering en een erkende zorghuisvestingstoelage de woonkosten dekken.
Ouderlijk onderhoud met zorgtoeslag In Sleeswijk-Holstein, Noordrijn-Westfalen en Mecklenburg-Vorpommern kunnen zorgbehoevenden een zorgtoeslag |
Als de woning tot een vrij dure categorie behoort, is de kans dat de totale kosten niet door de zorgbehoevende zelf kunnen worden betaald significant groter. Hierbij is het belangrijk om te weten dat de ouders ook verplicht zijn om passende woonruimte te zoeken. Het is niet gepast voor de ouders om te verhuizen naar een dure woning omdat ze voorheen een hoge levensstandaard hadden, als ze daardoor afhankelijk zijn van een sociale uitkering.
Tip: Er geldt alleen een uitzondering als de woning in het begin door uzelf gefinancierd zou kunnen worden, maar door een kostenstijging niet meer mogelijk is.
Zeer dure verpleeghuizen vergroten de kans dat de kosten ook naar rato door de kinderen moeten worden gedragen.
Er zijn drie prijsklassen voor verpleeg- en bejaardenhuizen. Ze worden bepaald door de respectievelijke bijstandsverlener |
Rijkdom gaat voor ouderlijke ondersteuning
Mensen die zorg nodig hebben, moeten de kosten die niet gedekt worden door de langdurige zorgverzekering zelf dragen uit inkomen zoals pensioen, vermogen en een eventuele aanvullende zorgverzekering. U heeft alleen recht op een zogenaamd spaarbedrag van 5.000 euro (vanaf 01/2019). Met het spaarbedrag dat aan de echtgenoot verschuldigd is, hoeft slechts 10.000 euro niet aan zorg besteed te worden. Een mogelijk bestaand bezit wordt alleen als beschermend vermogen meegeteld als de zorgbehoevende of zijn echtgenoot er nog in woont. Als noch de zorgbehoevende, noch de echtgenoot erin wonen, moet de woning verkocht worden als alleen verzekerd is dat de woning gefinancierd kan worden.
Als er geen inkomen of vermogen is en de alimentatie dus niet voor jezelf kan worden betaald, hebben alle 65-plussers recht op de zogenaamde basiszekerheid op oudere leeftijd. Sinds 1 januari 2018 ontvangen alleenstaanden 416 EUR per maand plus de kosten van huisvesting en verwarming en een ziektekosten- en langdurige zorgverzekering. Echtparen of levenspartners ontvangen elk 374 euro per persoon, ofwel 748 euro per maand plus bijkomende kosten voor woonruimte en verwarming en de verzekeringspremies voor de ziektekosten- en langdurige zorgverzekering. Deze voordelen hebben voorrang op ouderlijk onderhoud, dus ze moeten zeker worden aangevraagd. Ouders die op oudere leeftijd basiszekerheid krijgen, hebben geen aanspraken op alimentatie op hun kinderen (artikel 43 III 1 SGB XII). De enige uitzondering isals het kind jaarlijks meer dan 100.000 euro bruto verdient. In dat geval hebben de ouders geen recht op basiszekerheid op oudere leeftijd, omdat dan de ouderschapsbijslag moet worden betaald.
Een particuliere aanvullende verzekering voor langdurige zorg beschermt tegen ouderlijk onderhoud
Het is zeer aan te raden om een particuliere aanvullende langdurige zorgverzekering af te sluiten. Zeker als op jongere leeftijd te voorzien is dat de zorg die later nodig kan zijn, niet uit eigen middelen gefinancierd kan worden. Op deze manier worden de kinderen ook beschermd tegen de financiële lasten die ouderlijke ondersteuning met zich meebrengt. Ook al zijn sinds 1 januari 2020 alleen kinderen met een bruto jaarinkomen van minimaal 100.000 euro verplicht via de Familiewet ouderalimentatie te betalen, dan is dat voor hen een behoorlijke last.
Tip: Kinderen kunnen een aanvullende zorgverzekering voor hun ouders afsluiten. Het kost slechts een fractie van wat anders een maandelijkse oudertoelage zou zijn.
De drie modellen van aanvullende verzekeringen voor langdurige zorg zijn:
- Verzekering dagvergoeding
- Verzekering voor verpleegkundige zorg
- Verzekering voor verpleegkundigen
De berekening van ouderlijke ondersteuning
Zoals eerder vermeld is op 1 januari 2020 de Wet noodhulp in werking getreden. Kinderen van wie de ouders zorg nodig hebben en hun levensonderhoud niet alleen kunnen financieren, moeten ouderschapsalimentatie betalen als hun bruto jaarinkomen hoger is dan 100.000 euro. Aangezien de sociale dienst er in eerste instantie vanuit moet gaan dat deze inkomensgrens niet wordt overschreden, moet het eerst informeren naar de feitelijke financiële omstandigheden.
In ieder geval mogen kinderen de levensstandaard handhaven die ze eerder hebben vastgesteld. Ze hoeven een verslechtering niet te accepteren. Het is daarom belangrijk om sluitend bewijs te leveren van alle standaarduitgaven, aangezien deze kunnen worden beschouwd als een vermindering van het inkomen. Als het kind ten laste bijvoorbeeld drie keer per week at, kan het dat in de toekomst blijven doen. Het hoeft alleen maar te worden bewezen dat dit gedrag deel uitmaakt van het dagelijks leven. Ook kosten voor reguliere vakanties, sportclubs of andere vrijetijdsactiviteiten - ook die van uw eigen kinderen - kunnen het inkomen verlagen.
Tip: de verplichting om alimentatie voor de eigen kinderen te betalen heeft voorrang op het recht van de ouders.
Er zijn echter ook kosten die niet in aftrek kunnen worden gebracht bij de berekening van ouderlijke ondersteuning. Ze zijn al opgenomen in het eigen risico en tellen dus niet mee als afnemend inkomen. Dit is inclusief huur en bijkomende huurkosten (maximaal 480 euro per maand), bijdragen voor uitzendkosten, inboedel en aansprakelijkheidsverzekering. Indien de huur hoger is dan het bedrag van 480 euro dat in het eigen risico is inbegrepen, kunnen deze kosten weer als afnemend inkomen worden geclaimd. Een verhuizing kan niet worden aangevraagd!
Degenen die de ouderschapsbijslag moeten betalen voor ouders die zorg nodig hebben, hebben nog steeds recht op een eigen risico en spaargeld.
Het eigen risico voor ouderalimentatie
Als het gecorrigeerde netto-inkomen is vastgesteld, moet nu het eigen risico van het alimentatieplichtige kind worden afgetrokken. Het is gebaseerd op de Düsseldorf-tabel, die ook relevant is voor kinderalimentatie. Daarmee heeft het kind ten laste recht op een eigen risico van 1.800 euro per maand (vanaf 01/2015). Een echtgenoot heeft een eigen risico van 1.440 euro per maand. In totaal heeft een koppel recht op een eigen risico van 3.240 euro per maand (vanaf 01/2019). Daarnaast zijn er zogeheten gezinssparen die gelden voor gehuwden en gezinnen. Het eigen risico en vervolgens nog eens 10 procent worden in mindering gebracht op het gecorrigeerde netto-inkomen. Het resterende bedrag is dan de basis voor de berekening van de ouderlijke ondersteuning.Het ziet er een beetje anders uit voor een niet-getrouwd stel, aangezien ze geen aanspraak kunnen maken op het verhoogde gezinsaftrekbaar (arrest van het Federaal Hof van Justitie van 9 maart 2016, dossiernummer XII ZB 693/14).
Tip: Als u vóór 2015 ouderschapsalimentatieplicht had moeten betalen, moet u een herberekening aanvragen als u dat nog niet heeft gedaan. Omdat de aftrekbare tarieven in 2015 zijn verhoogd, heeft u mogelijk meer betaald dan nodig.
Kinderen hebben ook recht op een beschermend vermogen
Net als ouders moeten kinderen hun bezittingen ook gebruiken om in de onderhoudsbehoeften van de ouders te voorzien, op voorwaarde dat zij verantwoordelijk zijn voor het onderhoud. Niet alleen de eventuele rente-inkomsten tellen mee, maar eigenlijk de gehele vermogensbasis. Het mag echter alleen worden aangeraakt als het kind ten laste niet permanent wordt beperkt in zijn eigen levensonderhoud. Om die reden heeft het onderhoudsplichtige kind ook recht op het zogenaamde beschermingskapitaal. Deze beschermende activa omvatten:
- Reserves voor uw eigen pensioenvoorziening
- Eigenwoningbezit
5 procent van het huidige inkomen (bruto) wordt beschermd voor oudedagsvoorziening.
Rekenvoorbeeld rekening houdend met het pensioen:
Bruto inkomen per jaar |
5 procent pensioenvoorziening |
Jaren werk |
Interesseren |
Spaarzaam vermogen |
40.000 euro |
2.000 euro |
20e |
4 procent |
62.000 euro |
40.000 euro |
2.000 euro |
30e |
4 procent |
116.000 euro |
50.000 euro |
2.500 euro |
20e |
4 procent |
77.000 euro |
50.000 euro |
2.500 euro |
30e |
4 procent |
145.000 euro |
60.000 euro |
3.000 euro |
20e |
4 procent |
92.000 euro |
Ook kinderen die verplicht zijn om te onderhouden, kunnen tot 10.000 euro gereed houden, dat werd gespaard voor noodzakelijke aankopen. Deze besparing wordt ook niet gebruikt om de ouderlijke
ondersteuning te berekenen . In het geval van kinderen ten laste van de pensioengerechtigde leeftijd worden de activa, rekening houdend met de statistische levensverwachting, omgezet in een pensioen en vervolgens als basis voor de berekening gebruikt.
Onroerend goed en ouderlijke ondersteuning
Onroerend goed vertegenwoordigt een belangrijke waardefactor, onroerend goed wordt daarom vooral beschermd als het gaat om ouderlijke ondersteuning. Onderworpen aan deze bescherming
- de eigen woning
- Uitgaven voor het onroerend goed
- Besparingen die worden gebruikt om het onroerend goed te kopen
De door de woning bespaarde huurkosten worden bij de berekening van de ouderbijslag meegerekend en bij het inkomen opgeteld. Ze zijn inbegrepen in het eigen risico (480 euro). Voor de berekening wordt een subjectieve woonwaarde gehanteerd, hiervan kunnen rente, aflossingen en kosten voor opstalverzekeringen en onroerende voorheffing worden afgetrokken. De aldus berekende huurkosten leveren een woonvoordeel op. Het woonvoordeel kan een effect hebben in het voordeel van het afhankelijke kind, maar hoeft dat niet te zijn.
Voorbeeldberekening van het woonvoordeel
Een rechtbank stelt dat een alleenstaand stel in een huis woont met een woonoppervlak van 80 vierkante meter (subjectief). Het echtpaar woont echter in een huis met een woonoppervlak van 150 vierkante meter. De gemiddelde huurkosten in de woonwijk zijn 10 euro per vierkante meter. De rechtbank stelt daarom een fictieve huurprijs vast van 800 euro. Doordat de werkelijke woonoppervlakte een huur zou zijn van circa 1.500 euro, is er een woonvoordeel van 700 euro.
Voor de exacte berekening van het woonvoordeel wordt de door de rechtbank berekende subjectieve woonwaarde vergeleken met de kosten voor rente en aflossing. Als blijkt dat het koppel maandelijks meer dan 800 euro aan rente en aflossingen moet uitgeven, kan het bedrag boven de 800 euro worden afgetrokken van het inkomen, waardoor de alimentatieplicht afneemt. Als het koppel echter minder dan 800 euro per maand aan rente en aflossingen moet besteden, wordt dit bedrag bij het inkomen opgeteld, zodat het aandeel voor ouderlijk onderhoud kan toenemen.
Zelfs als het eigenwoningbezit niet mag worden gebruikt voor ouderlijk onderhoud, wordt het |
Moeten echtgenoten ouderlijke ondersteuning betalen?
In de regel is alleen het biologische kind verantwoordelijk voor zijn ouders. Als ze echter getrouwd zijn, telt het gezinsinkomen mee bij de berekening van de ouderlijke ondersteuning, zodat de echtgenoot daadwerkelijk wordt gevraagd om er indirect over te betalen. De achtergrond is dat een echtgenoot fundamenteel verplicht is om gezinsondersteuning te bieden aan zijn of haar echtgenoot. Als het zogenaamde schoonkind zo veel verdient dat het een significante bijdrage levert aan het gezinsinkomen, kan de ouderlijke ondersteuning van het afhankelijke kind aanzienlijk toenemen.
Als er echter broers of zussen zijn, wordt de onderhoudsverplichting gedeeld. Elk biologisch kind moet dan bijdragen aan de ondersteuning van de ouder in overeenstemming met zijn financiële middelen. Als een kind niet productief is, moeten de andere broers en zussen nog wel betalen, maar niet boven hun eigen financiële middelen. Desalniettemin kan de belasting voor het individu natuurlijk hoger zijn.
Een tussen ouders en kind gesloten contract dat het kind vrijstelt van eventuele alimentatieclaims voor de |
Stel dat een getrouwd stel twee kinderen heeft die beiden meer dan 100.000 euro per jaar verdienen. Een van de ouders heeft nu zorg nodig en de overige zorgkosten kunnen niet worden gedragen door het inkomen en vermogen van de zorgbehoevende en zijn / haar echtgenoot. Er blijft een eis van 400 euro over. Door de inkomenssituatie zouden beide kinderen nu elk 200 euro moeten betalen voor ouderlijke ondersteuning. Nu veranderen de levensomstandigheden van een kind echter zodanig dat het geen onderhoud meer hoeft te betalen. Nu moet het kind, dat zo goed blijft verdienen dat de 400 euro kan worden betaald, dit bedrag eigenlijk zelf ophalen.
Conclusie over ouderlijke ondersteuning
Het is de plicht van elk kind om ouderschapsalimentatie te betalen als de ouders zorg nodig hebben en niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Het is daarom raadzaam om tijdig een aanvullende zorgverzekering af te sluiten. Kinderen kunnen dit zelf voor hun ouders doen en zo eventuele toekomstige claims met succes minimaliseren. Wonen de ouders ondanks de zorgbehoefte toch thuis, dan hebben zij ook recht op een onbelemmerde woonuitkering en / of een bijbehorende KfW-beurs. Je krijgt dan een subsidie tot 4.000 euro (kan meerdere keren aangevraagd worden als de hulpbehoefte toeneemt) om een drempelloze verbouwing te kunnen financieren.
Deze omvatten bijvoorbeeld:
- een barrièrevrije keuken
- een badkuip met deur of ingang
- een badlift
- een drempelvrije douche
- een drempelvrij toilet
- een zitbad
- een badkuip voor de douche
- drempelvrije deuren of voordeuren
- Rolstoelhellingen en oprijplaten
- Trapliften (ook gebruikte trapliften)
- een buitenlift
- een huislift
- een lift of takel
- een stoellift
- een bochtenlift
- een stokpen
- een plateaulift
Bij verbroken gezinsrelaties dient een advocaat altijd te controleren of de ouders hun alimentatievordering hebben verbeurd. Als dit het geval is, kan de alimentatieverplichting alleen door een rechtbank buiten werking worden gesteld.